De notulen van de vorige openbare zitting van 28 oktober 2021 werden aan de raadsleden ter beschikking gesteld via e-notulen.
Artikel 44, 181 en 182 van het ocmw-decreet.
De notulen worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld. Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Aangenomen opmerkingen worden aangepast. Zonder opmerkingen, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter en de algemeen directeur ondertekend.
Notulen openbare zitting van vorige vergadering 28 oktober 2021.
BESLUIT:
Artikel 1:
De notulen van het openbaar gedeelte van de vergadering van 28 oktober 2021 worden goedgekeurd.
Gezinnen die door betalingsproblemen zijn gedropt door hun energieleverancier, worden verder beleverd door de distributienetbeheerder. Als ze ook daar hun facturen niet meer kunnen betalen, plaatst de netbeheerder een oplaadbare budgetmeter, die toelaat het verbruik vooraf te betalen. Sinds het najaar van 2009 gebeurt dit ook voor aardgas.
In tegenstelling tot de minimale levering aan 10 ampère via budgetmeter voor elektriciteit, biedt de budgetmeter voor aardgas geen technisch betrouwbare en veilige mogelijkheid daartoe. Wie niet oplaadt en ook zijn noodkrediet (1.000 kWh) heeft opgebruikt, valt zonder aardgas totdat hij de meter opnieuw oplaadt met de budgetmeterkaart.
Om te vermijden dat mensen vanwege een gebrek aan financiële middelen om op te laden in de winter zonder verwarming zouden vallen, voorzag de Vlaamse overheid vanaf de winter van 2010 een alternatief. Dat laat de ocmw's toe om aan behoeftigen een beperkte financiële steun toe te kennen om op te laden. Deze financiële tussenkomst staat voor een minimale hoeveelheid aardgas, goed voor een minimaal comfort. De ocmw's beschikken hiermee over een extra instrument om een financiële tussenkomst te doen in de energiekosten. De kost ervan kunnen ze grotendeels recupereren (70 %) via de netbeheerders. Het systeem blijft facultatief voor de ocmw's en wie in het systeem wil stappen moet daarover een beslissing nemen.
De minimale levering via de aardgasbudgetmeter is van toepassing voor de winterperiode die in dit verband gedefinieerd is van 1 november 2021 tot 31 maart 2022. Door een wetswijziging is deze periode niet langer verlengbaar. Afhankelijk van de noden van betrokken gezinnen kunnen de tussenkomsten dus maximaal gedurende 5 maanden worden toegekend.
De minimale levering aardgas via de aardgasbudgetmeter is van toepassing voor de periode die in dit verband gedefinieerd is van 1 november 2021 tot en met 31 maart 2022. De raad keurt de toekenning van de minimale levering aardgas via budgetmeter goed vanaf datum aanvraag tot het einde van de winterperiode, tenzij gewijzigde omstandigheden de toekenning overbodig maakt.
Deze regeling valt onder de algemene maatschappelijke dienstverlening die de ocmw’s op basis van de ocmw-wet toekennen (artikel 1 en artikel 57, §1). Dat betekent dat de algemene regels inzake ocmw-dienstverlening van toepassing zijn.
Klanten die hun aardgasbudgetmeterkaart niet voldoende kunnen opladen in de toepassingsperiode (en zonder aardgas voor verwarming dreigen te vallen), kunnen een hulpvraag indienen bij het ocmw. Dit kan ook al voor de eigenlijke start van de toepassingsperiode op 1 november.
De distributienetbeheerder (DNB) bezorgt het ocmw wekelijks een lijst van afnemers die tussen november en maart gedurende dertig dagen niet opladen en waarvoor de netbeheerder op basis van gekend oplaadgedrag en verbruikspatroon inschat dat er een reële kans bestaat dat ze zichzelf afsluiten van aardgas en daardoor zonder verwarming dreigen te vallen. Het gaat hier dus om afnemers waarvoor een vermoeden bestaat dat ze opladingsmoeilijkheden hebben. Het ocmw kan deze mensen contacteren om na te gaan of er effectief een probleem is en of zij de ‘minimale levering via de aardgasbudgetmeter’ willen aanvragen.
De wekelijkse lijsten zijn cumulatief en bevatten:
De ‘minimale hoeveelheid aardgas’ wordt berekend op basis van een tabel, vastgesteld door de minister van Energie (zie bijlage). Bij het opstellen van deze tabel werd de ‘minimale hoeveelheid aardgas’ bepaald als 60 % van het gemiddelde aardgasverbruik in de wintermaanden december, januari en februari voor een bepaalde woontypologie (open of halfopen bebouwing, rijhuis/hoekhuis of appartement).
Maximaal 70 % van de toegekende financiële steunverlening, minimale levering aardgas via aardgasbudgetmeter, kan teruggevorderd worden bij de netbeheerder.
Aangezien het gaat om hulpverlening in toepassing van de ocmw-wet, moet iedere aanvraag door een bestuursorgaan worden beslist. Het ocmw heeft in principe 1 maand de tijd om een beslissing te nemen. In toepassing van de algemene regels is het echter ook perfect toegelaten dat de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst dringende hulpverlening toekent (artikel 58 §2 ocmw-decreet). Gelet op de dringendheid van de problematiek van energiearmoede in de winter, kan dit zelfs meermaals aangewezen zijn. Die beslissing moet dan achteraf worden bekrachtigd op de eerstvolgende vergadering van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Schepen Nathalie Depuydt licht het agendapunt toe.
BESLUIT:
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om in te treden in het systeem van minimale levering aardgas zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse regering, voor de winterperiode 2021-2022.
De Sociale Kruidenier staat voor het aanbieden van kwaliteitsvoeding en basisproducten voor wie het financieel moeilijk heeft. Wie onvoldoende inkomen heeft om in zijn basisbehoeften te voorzien, rest weinig keuze. Naast de steun van het OCMW, kunnen financieel zwakkeren terugvallen op de bedeling van voedselpakketten.
Sinds 5 juni 2012 hebben we een samenwerkingsovereenkomst met De Graancirkel waarvan de werking nu is gewijzigd in De Sociale Kruidenier vzw. Vanuit Staden worden cliënten, na individuele beslissing van het BCSD, met een kwetsbaarheid doorverwezen naar de Sociale Kruidenier.
De Sociale Kruidenier is een winkel die een kwaliteitsvol alternatief biedt voor noodhulp. Door haar aanwezigheid creëert zij tevens een ontmoetingsplek waar mensen in armoede actief en uitnodigend als volwaardige partners betrokken worden in het kader van armoedebestrijding. Deze armoedebestrijding gebeurt zowel op individueel vlak, als op collectief vlak.
De Sociale Kruidenier levert niet langer voedselpakketten op bepaalde tijdstippen van de maand maar de Sociale Kruidenier is een winkel met als klanten mensen in armoede. De klanten kiezen uit kwaliteitsvolle producten wat ze willen kopen en betalen hiervoor. De betaalde prijs ligt onder de marktprijs. Er wordt vraaggericht gewerkt; men bouwt het aanbod van de sociale kruidenier uit op basis van de vragen/noden van de mensen in armoede. Het aanbod van de Sociale Kruidenier bestaat dus niet uit (vervallen) overschotten van de voedingsindustrie.
De Sociale Kruidenier is tweemaal per week open.
Als doorverwijzend bestuur kunnen we klanten doorverwijzen voor voedselhulp met een maandbudget van 45 euro per maand, per bijkomend gezinslid wordt een maandbudget van 5 euro per persoon voorzien
- prijsstijging van 5 euro per maand voor het eerste gezinslid. De kostprijs voor het maandbudget is vanaf heden 45 euro in plaats van 40 euro.
- samenwerkingsovereenkomst in bijlage
Schepen Nathalie Depuydt licht het agendapunt toe.
BESLUIT:
Artikel 1:
Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen ocmw Staden en vzw De sociale Kruidenier RSL goed.
Jaarlijks ontvangt het ocmw een toelage van de POD Maatschappelijke Integratie om de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverleningen van het ocmw te bevorderen. Het bedrag van de toelage wordt jaarlijks bekend gemaakt via een koninklijk besluit.
Bij koninklijk besluit van 29 juni 2021 houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale actievering van gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor het jaar 2021 worden vastgesteld.
Op basis van het koninklijke besluit van 29 juni 2021 krijgt het ocmw Staden een bedrag van 6.044,00 euro voor het dienstjaar 2021.
De ocmw's beschikken over een grote autonomie om de middelen in te zetten voor hun belangrijkste noden binnen de drie grote beleidsprioriteiten: kinderarmoede bestrijden, collectieve modules opzetten in kader van het GPMI (geïntegreerd project voor maatschappelijke integratie) en maatschappelijke participatie bevorderen. Het ocmw kan zelf de doelgroep afbakenen maar is verplicht het te besteden aan de specifieke beleidsprioriteiten.
Vanuit de dienst Welzijn wordt voorgesteld om het bestaande reglement omtrent de methodologie van het gebruik en de toewijzing van de toegekende middelen te behouden voor 2021. Principe blijft vooropstaan om de verschillende subsidiekaders voor sociale activering, met name het fonds voor participatie en sociale activering, de verhoogde staatstoelage en de clusterwerking grondig te vereenvoudigen en onder te brengen in één fonds, met nieuwe verdelings- en toekenningscriteria.
De doelgroep is een persoon die gebruik maakt van gelijk welke vorm van openbare dienstverlening van het ocmw. Het reglement waarborgt een goede besteding van de toegewezen middelen.
In de onderrichting van 29 juni 2021 wordt bepaald dat dit toelagebesluit betrekking heeft op de eerste zes maanden van het jaar 2021 en betreft 50 % van de totale toelage voor het jaar 2021, gezien de regering in lopende zaken is. Vanaf november 2021 zal een tweede toelagebesluit genomen worden voor de andere 50 % van het toelagebedrag voor het jaar 2021 vast te leggen.
Deze toelage zet het beleid van voorgaande jaren verder. Echter werden er een paar wijzigingen doorgevoerd op het niveau van de besteding van de toelage die zijn ingegeven door het feit dat het jaar 2021 is getekend door de Covid-19-crisis enerzijds en door een streven naar administratieve vereenvoudiging anderzijds. Zo werd besloten om de bestedingspercentages voor de luiken 'collectieve modules' en 'kinderarmoede' af te schaffen. Bijgevolg kan het ocmw de toegekende toelage vrijelijk besteden binnen de krijtlijnen van het uitvoeringsbesluit.
Schepen Nathalie Depuydt licht het agendapunt toe.
Raadslid Hans Mommerency meldt geen problemen te hebben met de inhoud van dit agendapunt. Hij geeft aan dat dit soort tussenkomsten enorm belangrijk is inzake armoedebestrijding en specifiek kinderarmoede. Hij roept op om na te denken of we binnen deze methodologie nog extra inspanningen kunnen doen. Hij suggereert om, naast de middelen van de hogere overheid, daar zelf ook nog middelen tegenover te zetten.
Schepen Nathalie Depuydt bevestigt de noodzaak van voldoende ondersteuning voor kwetsbare gezinnen. Ook binnen de Covid-steun zijn er heel veel steunverleningen verleend om kwetsbare mensen te ondersteunen in de zgn. sociale armoede. De schepen verwijst ook naar het initiatief van de vrijetijdspas. In coronatijd is het natuurlijk moeilijk om groepsactiviteiten te organiseren. Het raadslid erkent dat er heel wat inspanningen gebeuren. Hij wil enkel beklemtonen dat zo'n soort steunverleningen voor veel gezinnen heel belangrijk zijn.
BESLUIT:
Artikel 1:
De ocmw-raad neemt kennis van de methodologie en het bijhorende regement, zoals gevoegd in bijlage bij dit besluit, betreffende het gebruik en de toewijzing van de toegekende middelen in het kader van de bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening in het ocmw, voor de periode 1 januari 2021 - 31 december 2021.
Artikel 2:
De ocmw-raad neemt kennis van de onderrichting van 29 juni 2021 houdende de toelage ter bevordering van de participatie en sociale activering van ocmw-gebruikers voor de eerste zes maanden van het jaar 2021 op en laat de methodologie zoals opgenomen in artikel 1 van dit besluit voor de luiken collectieve modules en kinderarmoede afschaffen.
De voorzitter sluit de zitting op 26/11/2021 om 14:42.
Namens ocmw-raad,
Tine Dochy
algemeen directeur
Martine Zoete
voorzitter