Terug
Gepubliceerd op 05/10/2021

Besluit  ocmw-raad

do 30/09/2021 - 19:00

Vaststellen aanpassing meerjarenplan 2020-2025 (BP2020_2025-5) - aandeel van het ocmw

Aanwezig: Martine Zoete, voorzitter
Francesco Vanderjeugd, voorzitter vast bureau
Geert Moerkerke, Gwendolyn Vandermeersch, Joeri Deprez, Chris Verhaeghe, Nathalie Depuydt, leden vast bureau
Ludwig Willaert, Marc Van Ysacker, Sarah Van Walleghem, Patrick Lesage, Heidi Ballyn, Francky Deprez, Esther Demeulenaere, Karien Louagie, Tom Lemahieu, Miet Vandenbulcke, Bonny Vergauwe, Hans Mommerency, ocmw-raadsleden
Tine Dochy, algemeen directeur
Verontschuldigd: Bart Coopman, Jan Depla, ocmw-raadsleden
Aanleiding en voorgeschiedenis

In de raad van 17 december 2020 werd meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 goedgekeurd, hierin werden aanpassingen voor 2020 opgenomen en werd budget 2021 geïntegreerd. Na opmaak van de jaarrekening 2020 werd meerjarenplanaanpassing 4 goedgekeurd, het resultaat van de rekening 2020 werd opgenomen, er werden budgetten voor bijkomende investeringsprojecten voorzien.

Inmiddels dringt meerjarenplanaanpassing 5 zich op. 

Omdat de gemeente en het ocmw een geïntegreerd meerjarenplan maken, wordt het financiële evenwicht voor die twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld.
De vaststelling van het meerjarenplan behoort tot de voorbehouden bevoegdheden van de raad.
De gemeenten en de ocmw’s hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan.
Zowel de gemeenteraad als de ocmw-raad moeten eerst hun eigen deel van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de ocmw-raad heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld. De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de ocmw-raad maakt.

 
Bevoegdheid en juridische grond
  • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019 tot uitvoering van artikel 190 van het decreet van 8 juni 2018 houdende de aanpassing van de decreten aan de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).
  • Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
  • Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. ministerieel besluit 12 september 2018, artikel 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
  • Omzendbrief KB/ABB-2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
  • Omzendbrief KBBJ/ABB-2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
 
Feiten, context en argumentatie

Wat werd opgenomen in meerjarenplanaanpassing 5:

Ook de gemeenten en ocmw’s ontsnappen niet langer aan de aanrekening van negatieve intresten voor de gelden op de financiële rekeningen. Zowel voor de gemeente als voor het ocmw worden door Belfius en BNP grensbedragen vastgelegd, onder deze grensbedragen moeten geen intresten betaald worden, boven deze grensbedragen wordt een vergoeding van 0,5% aangerekend op jaarbasis.

Een marktbevraging bij diverse grootbanken leert ons dat het nagenoeg onmogelijk is om geld te beleggen op korte termijn, zeker niet als volledige kapitaalsgarantie vooropgesteld wordt. Een belegging op langere termijn (minimum 8 jaar) lijkt niet opportuun voor ons bestuur.

Een andere mogelijkheid bestaat er in om de bijdrage voor het pensioenfonds van de mandatarissen vervroegd te storten. De bedragen voor 2022 tot en met 2025 (4 keer 125.000,00 euro) zullen vervroegd in 2021 in het pensioenfonds gestort worden.

Tenslotte werd de mogelijkheid overwogen om leningen vervroegd terug te betalen. Dit kan kosteloos op de data van rentevoetherzieningen, maar door de lage rentevoeten werd in het verleden telkens gekozen voor vaste rentevoeten. Een simulatie leert echter dat het toch interessant is om vervroegd terug te betalen en de wederbeleggingsvergoeding te betalen voor de duurste leningen.

Op korte termijn verminderen de gelden op de financiële rekeningen (per 1 mln. euro betekent dit dat er 5.000,00 euro minder negatieve intresten moeten betaald worden), en de schuldenlast daalt.

Deze meerjarenplanaanpassing kreeg dd. 6 september 2021 positief advies van het MAT. 

 
Verwijzingsdocument

1. Bundel Meerjarenplanaanpassing 5 gemeente en ocmw 2020-2025 (BP2020_2025-5)

2. Advies van het managementteam van 6 september 2021

Beraadslagingen

Burgemeester Francesco Vanderjeugd licht het agendapunt toe.

Raadslid Ludwig Willaert stelt de aankoop van het schilderij van kunstenares Sarah Van Hoe aan de kaak. Deze aankoop is reeds gebeurd alvorens de gemeenteraad zich hierover heeft uitgesproken. Dat is dan ook een complete minachting voor de gemeenteraad dat het schilderij reeds uithangt en er al over werd gecommuniceerd.
Het raadslid meldt dat zijn fractie zich om die reden zal onthouden over dit punt en ook dat er nog altijd punten in het meerjarenplan staan waar zijn fractie niet akkoord mee gaat.

Publieke stemming
Aanwezig: Martine Zoete, Francesco Vanderjeugd, Geert Moerkerke, Gwendolyn Vandermeersch, Joeri Deprez, Chris Verhaeghe, Nathalie Depuydt, Ludwig Willaert, Marc Van Ysacker, Sarah Van Walleghem, Patrick Lesage, Heidi Ballyn, Francky Deprez, Esther Demeulenaere, Karien Louagie, Tom Lemahieu, Miet Vandenbulcke, Bonny Vergauwe, Hans Mommerency, Tine Dochy
Voorstanders: Francesco Vanderjeugd, Martine Zoete, Geert Moerkerke, Gwendolyn Vandermeersch, Joeri Deprez, Chris Verhaeghe, Nathalie Depuydt, Patrick Lesage, Heidi Ballyn, Francky Deprez, Esther Demeulenaere, Karien Louagie, Tom Lemahieu
Onthouders: Ludwig Willaert, Marc Van Ysacker, Sarah Van Walleghem, Miet Vandenbulcke, Bonny Vergauwe, Hans Mommerency
Resultaat: Met 13 stemmen voor, 6 onthoudingen

BESLUIT:

Artikel 1:

De ocmw-raad stelt de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (BP2020_2025-5) van het ocmw vast.


Artikel 2:

Het budgettair resultaat van het boekjaar van het ocmw in 2025 bedraagt -2.144.320,00 euro.

Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van het ocmw in 2025 bedraagt -1.117.107,00 euro.

Het gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt -3.261.427,00 euro.

Er zijn geen onbeschikbare gelden, dit maakt dat het beschikbaar budgettair resultaat van het ocmw in 2025 -3.261.427,00 euro bedraagt. 

De autofinancieringsmarge van het ocmw in boekjaar 2025 bedraagt -2.131.820,00 euro.


Artikel 3:

De kredieten van het ocmw voor boekjaar 2021 en 2022 (M3) worden vastgesteld.

Soort krediet

Totaal bedrag voor 2021

Totaal bedrag voor 2022

Totaal exploitatie-uitgaven 

9.662.884,00 euro

8.941.528,00 euro

Totaal exploitatie-ontvangsten

7.307.799,00 euro

7.346.318,00 euro

Totaal investeringsuitgaven

832.877,00 euro

56.500,00 euro

Totaal investeringsontvangsten

805.369,00 euro

443.369,00 euro

Totaal financieringsuitgaven

1.896.455,00 euro

367.693,00 euro

Totaal financieringsontvangsten

0,00 euro

0,00 euro


Artikel 4:

Het geconsolideerd budgettair resultaat van het boekjaar in 2025 bedraagt -3.347.504,00 euro.

Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar in 2025 bedraagt 12.125.957,00 euro.

Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt 8.778.453,00 euro.

Er zijn geconsolideerd geen onbeschikbare gelden.

Het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat in 2025 bedraagt 8.778.453,00 euro.

De geconsolideerde autofinancieringsmarge in boekjaar 2025 bedraagt 833.419,00 euro.