De tarieven voor de identiteitskaarten, reispassen en rijbewijzen werden vastgesteld door de gemeenteraad van 19 december 2019. De geldigheid van bovengenoemd reglement eindigt op 31 december 2025.
Voor de komende dienstjaren dient dit reglement hernomen te worden met ingang vanaf 1 januari 2026.
Voor de administratieve procedures van dienst Leven verwijzen we naar onderstaande specifieke wetgeving:
Ten gevolge van twee wijzigingsbesluiten over de beleids-en beheersyclus (BBC) 3.0 gelden vanaf het meerjarenplan 2026-2031 aangepaste regels, nieuwe schema’s en andere rekeningenstelsels voor de opmaak van beleidsrapporten. De gewijzigde wetgeving voor BBC 3.0 laat toe om voor administratieve procedures en afgifte van administratieve stukken van dienst Leven een retributie in plaats van een belasting te heffen. Het betreffen namelijk specifieke producten of diensten door een individuele aanvrager gevraagd. Omdat het meestal continue dienstverlening betreft, volgt hieruit ook dat een retributiereglement gebruikelijk als doorlopend reglement is opgesteld.
Afgifte van administratieve stukken of administratieve prestaties die behoren tot de kerntaken van algemeen dienstbetoon van een lokaal bestuur, dienen vanuit algemene middelen bekostigd te worden. Voor deze stukken of prestaties kan geen gemeentelijke vergoeding of 'retributie' aangerekend worden, behalve indien een wettelijke uitzondering opgenomen is.
De FOD Binnenlandse Zaken deelt jaarlijks de geïndexeerde tarieven mee voor de uitreiking van verschillende categorieën van elektronische identiteitskaarten en verblijfsdocumenten. Dit zijn vergoedingen voor het maakloon van de federale overheid die door het lokaal bestuur betaald wordt. Ook voor de afgifte van zowel rijbewijzen als reispassen is er sprake van een federale kostprijs.
Lokale besturen mogen deze federale kostprijs doorrekenen en kunnen daarbovenop een (redelijke) gemeentelijke vergoeding aanrekenen.
Omwille van het gelijkheidsbeginsel dient eenzelfde tarief toegepast te worden voor Belgen als voor niet Belgen.
Gezien in deze materies regelmatig wetswijzigingen voorkomen die leiden tot nieuwe administratieve documenten, andere procedures, stijging tarieven hogere overheid, wordt aangeraden om enkel de gemeentelijke retributie vast te stellen. Op die manier wordt vermeden dat het reglement moet aangepast worden bij elke prijsstijging meegedeeld door de hogere overheid, maar blijven de aan de burger doorgerekende totaalbedragen wel actueel.
Om de betaling aan het loket vlot te laten verlopen, wordt voorgesteld om het totaalbedrag af te ronden naar een geheel getal. Omdat bij identiteitskaarten en verblijfsdocumenten voor kinderen jonger dan 12 jaar de gemeentelijke retributie maximaal 2 euro mag bedragen, wordt voorgesteld daarbij af te ronden naar de onderliggende euro. Bij alle andere stukken wordt afgerond naar de bovenliggende euro.
Een andere uitzondering is het aanrekenen van een kostendekkende vergoeding voor het uitvoeren van bijkomend opzoekwerk, verrichten van bijkomende verificaties, verwerken van complexe gegevens, uitvoeren van bijkomend ceremoniële prestaties, ed. voor specifieke diensten opgenomen in de wetgeving.
Deze administratieve procedures zijn opgesomd onder punt 5 artikel 9 waarbij gekozen is voor een vaste forfaitaire vergoeding omwille van de transparantie en duidelijkheid voor de burger.
De retributies worden jaarlijks opgenomen onder beleidsitem 'Administratieve dienstverlening' op de overeenkomstige algemene rekening in het strategisch meerjarenplan 2026-2031:
Schepen Miet Vandenbulcke licht het agendapunt toe en verduidelijkt dat de voorgestelde de tarieven gebaseerd zijn op de werkelijke kostprijs van de betrokken producten en diensten, vermeerderd met een administratieve kost. De tarieven werden getoetst aan die van de buurgemeenten, waaruit blijkt dat de voorgestelde bedragen zeker marktconform zijn.
Raadslid Chris Verhaeghe (Open VLD) merkt op dat voor bepaalde producten, zoals identiteitskaarten en rijbewijzen, opnieuw een kost wordt aangerekend, terwijl deze tijdens de vorige bestuursperiode kosteloos werden aangeboden. Hij wijst erop dat ook andere producten, zoals reispassen en trouwboekjes, aanzienlijk duurder worden en beschouwt dit als een verdoken belasting. Hij vraagt naar de werkelijke reden van deze beslissing.
Schepen Vandenbulcke antwoordt dat de berekening gebaseerd is op de reële kostprijs en een vergelijking met omliggende gemeenten. De huidige budgettaire context laat niet toe dat de gemeente deze kosten volledig blijft dragen. Het bestuur wenst de tarieven daarom opnieuw marktconform te bepalen.
Burgemeester Ludwig Willaert benadrukt dat de eerste identiteitskaart en het eerste rijbewijs voor inwoners nog steeds gratis blijven.
Raadslid Chris Verhaeghe (Open VLD) merkt nogmaals op dat het opvallend is dat de prijs van het trouwboekje verdubbeld werd en vindt dit moeilijk te verantwoorden. Schepen Vandenbulcke antwoordt dat de nieuwe prijs nog steeds laag is in vergelijking met andere gemeenten en dat het lokaal bestuur zich soepel opstelt bij de organisatie van huwelijken, waarbij bovendien nog steeds een kleine receptie wordt aangeboden.
Raadslid Joeri Deprez (Open VLD) stelt dat dit een duidelijke beleidskeuze is van het huidige bestuur, waarmee zijn fractie niet akkoord gaat. De Open VLD-fractie besliste tijdens de vorige bestuursperiode om deze diensten kosteloos aan te bieden en blijft van mening dat dit een belangrijk signaal is naar de burger. De fractie verklaart zich niet akkoord met de voorgestelde aanpassing en zal dit agendapunt niet goedkeuren.
BESLUIT:
Artikel 1:
Het retributiereglement op de afgifte van administratieve stukken en administratieve procedures voor de dienst Leven vanaf 1 januari 2026 wordt goedgekeurd.
Artikel 2:
Het retributiereglement op de afgifte van administratieve stukken en administratieve procedures voor de dienst Leven vanaf 1 januari 2026 is toegevoegd als bijlage en vormt één geheel met dit besluit.