De aanwezigheid van masten en pylonen op het grondgebied van Staden wordt als landschapsverstorend ervaren en veroorzaakt een ernstige vorm van visuele vervuiling wegens het doorbreken van de vrije open ruimte.
Voor de algemene financiering van gemeentelijk uitgaven kan de gemeenteraad op basis van het decreet lokaal bestuur een belastingreglement goedkeuren indien dit objectief en redelijk verantwoord is.
De gemeente Staden ondersteunt het aantrekkelijk en landelijk karakter voor haar inwoners en haar bezoekers. De aanwezigheid van masten en pylonen op het grondgebied van de gemeente wordt hierbij als storend en bijgevolg negatief ervaren. De landschapsverstoring en het doorbreken van de vrije open ruimte rechtvaardigt het invoeren van een belasting op masten en pylonen.
De gemeente kiest er voor om masten met een hoogte van minimum 25 meter, gerekend vanaf het dak, en pylonen met een hoogte van minimum 25 meter, gerekend vanaf het maaiveld, te belasten. De reden hiervoor is dat de hoogte van de mast en/of pyloon van doorslaggevende aard is voor het storende karakter.
De omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit stelt voor om een vrijstelling te verlenen voor constructies die groene stroom produceren. Dit om de productie van groene stroom aan te moedigen en omdat deze duurzame activiteit een objectief en redelijk criterium is dat het landschapsverstorend element compenseert.
In navolging van bovengenoemde omzendbrief is het ook aanbevolen om constructies voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten vrij te stellen. Deze constructies worden aangewend voor primaire overheidstaken voor het algemeen welzijn van de burger en zijn als zodanig objectief en redelijk verantwoord als vrijstellingsgrond.
Ten slotte is het ook aanbevolen om vrijstelling te voorzien voor constructies die louter voor recreatief gebruik zijn, waarbij de beoefening van de hobby en het amateuristisch karakter ten aanzien van het gebruik van de mast of pyloon centraal staan. Gezien het niet-bedrijfsmatig gebruik en dat deze constructies niet voor lucratieve doeleinden worden aangewend, is er een duidelijk onderscheid met constructies van commerciële ondernemingen. Door de afwezigheid van het bedrijfsmatig aspect kunnen eigenaren van constructies voor recreatief gebruik niet bijdragen in vergelijking met andere commerciële ondernemingen die wel onder de toepassing van dit reglement vallen.
De heffingen worden jaarlijks opgenomen onder beleidsitem 'Fiscale aangelegenheden' op de algemene rekening 'belasting - masten en pylonen' in het strategisch meerjarenplan 2026-2031.
BESLUIT:
Artikel 1:
Het belastingreglement op masten en pylonen geldig vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt goedgekeurd en treedt in werking vanaf 1 januari 2026.
Artikel 2:
Het belastingreglement op masten en pylonen geldig vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 is toegevoegd als bijlage en vormt één geheel met dit besluit.