Besluit  burgemeester

Aanleiding en voorgeschiedenis

Op heden heerst een epidemie waarbij de federale overheid zich genoodzaakt zag de nodige maatregelen te nemen om de verspreiding van Covid-19 tegen te gaan.

Bij koninklijk besluit van 19 november 2021 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 werden diverse maatregelen genomen door de federale overheid om de zogenaamde vierde golf tegen te gaan.

Uit de epidemiologische update van het Risk Assessment Group (RAG) van 17 november 2021 blijkt dat zowel het alarmniveau nationaal als deze van de provincie West-Vlaanderen, gestegen is naar alarmniveau 5. Dat impliceert een verder toenemende trend in nieuwe besmettingen en hospitalisaties.

Overwegende dat de gemeente Staden zich op het moment van de opmaak van dit besluit reeds enkele dagen in ‘alert-modus’ bevindt en als gevolg hiervan de gemeentelijke crisiscel bijeengeroepen werd op maandag 22 november 2021 voor digitaal overleg.

Ondanks een hoge vaccinatiegraad (81 % van de totale bevolking) en de geldende federale maatregelen, worden we in onze gemeente geconfronteerd met een stijgend aantal besmettingen. Het aantal besmettingen op het grondgebied stijgt exponentieel. Op heden heeft Staden een incidentiegraad van 2.859 in de laatste 14 dagen. Voor onze gemeente zijn er 339 nieuwe besmettingen in de laatste 14 dagen.

Op basis van deze gegevens, leeft de vrees bij de gemeentelijke crisiscel dat de genomen maatregelen door het Overlegcomité niet voldoende zijn om de besmettingsgraad terug te dringen.

Er werd aldus beslist dat het nodig is om aanvullende maatregelen te nemen op het grondgebied van de gemeente Staden.

Ondanks de maatregel van het verlagen van het aantal personen bij private bijeenkomsten van 50 personen binnen en 100 personen buiten, kunnen dergelijke private bijeenkomsten een sterke bron van verspreiding van het virus zijn.

Het is dan ook aangewezen om de gemeentelijke zalen gedurende een bepaalde periode niet meer ter beschikking te stellen en zo te voorkomen dat er via socioculturele activiteiten nog verder besmettingen kunnen gebeuren.

Ook de groepskleedkamers in de sportaccommodaties zijn een pijnpunt. Door het plaatsen van CO2-meters is duidelijk dat er in deze ruimtes onmogelijk voldoende kan geventileerd worden om een gezonde lucht te bewerkstelligen. In dergelijke kleedkamers is afstand houden en het dragen van een mondmasker eerder moeilijk.

Het is dan ook aangewezen om de groepskleedkamers van de sportaccommodaties voor een bepaalde periode niet meer ter beschikking te stellen en zo te voorkomen dat kleedkamers een bron van besmetting zouden zijn onder de sporters van onze gemeente.

Bevoegdheid en juridische grond

• Artikel 134, §1, artikels 134ter en 135§2 Nieuwe Gemeentewet.
• Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikel 18.
• Wet op het politieambt, artikels 4 en 5.
• Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
• Artikel 63, 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.
• Koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en provinciegouverneurs in geval van een crisisgebeuren en –situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen.
• Koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de afkondiging van de epidemische noodsituatie betreffende de COVID-19 pandemie.
• Koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken; in het bijzonder artikel 25.