Terug
Gepubliceerd op 27/12/2021

Besluit  ocmw-raad

do 23/12/2021 - 19:00

Vaststellen aanpassing meerjarenplan 2020-2025 (BP2020_2025-6) budget 2022 - aandeel van het ocmw

Aanwezig: Martine Zoete, voorzitter
Francesco Vanderjeugd, voorzitter vast bureau
Geert Moerkerke, Gwendolyn Vandermeersch, Joeri Deprez, Chris Verhaeghe, Nathalie Depuydt, leden vast bureau
Ludwig Willaert, Marc Van Ysacker, Sarah Van Walleghem, Patrick Lesage, Heidi Ballyn, Francky Deprez, Esther Demeulenaere, Karien Louagie, Tom Lemahieu, Miet Vandenbulcke, Bonny Vergauwe, Bart Coopman, Hans Mommerency, Jan Depla, ocmw-raadsleden
Tine Dochy, algemeen directeur
Aanleiding en voorgeschiedenis

Bij de opmaak van het meerjarenplan 2020-2025 worden assumpties gemaakt over de evolutie van de exploitatie-uitgaven en –ontvangsten, investeringen en leningen over een periode van 6 jaar 2020 tot en met 2025.

In de loop van 2020 en 2021 werden een aantal meerjarenplanaanpassingen goedgekeurd door de ocmw- en gemeenteraad. In de huidige meerjarenplanaanpassing worden de geraamde budgetten van 2021 bijgesteld en worden de cijfers in de meerjarenplanaanpassing 2022 tot en met 2025 aangepast, zowel wat betreft het bedrag of het jaar waarin de uitgave of ontvangst zal gerealiseerd worden.

 
Bevoegdheid en juridische grond
  • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019 tot uitvoering van artikel 190 van het decreet van 8 juni 2018 houdende de aanpassing van de decreten aan de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).
  • Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
  • Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. ministerieel besluit 12 september 2018, artikel 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
  • Besluit van de ocmw-raad van 19 december 2019 betreffende meerjarenplan 2020-2025 van het ocmw: vaststellen.
  • Omzendbrief KB/ABB-2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
  • Omzendbrief KBBJ/ABB-2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
 
Feiten, context en argumentatie

In de raad van juni 2021 werd een meerjarenplanaanpassing 4 (BW 1 201) doorgevoerd voor inbreng van het jaarrekeningcijfer 2020, hieraan werden enkele nieuwe investeringen gekoppeld. In september drong zich een dringende meerjarenplanaanpassing 5 (BW 2 2021) op om de vervroegde terugbetaling van de leningen te kunnen doen. In oktober werd meerjarenplanaanpassing 5.1 voorgelegd (BW 3 2021), waarbij de kredieten na 3/4 van het jaar werken worden geëvalueerd of aangepast aan nieuwe geactualiseerde gegevens.

In de voorgelegde meerjarenplanaanpassing wordt opgemaakt voor de goedkeuring van de budgetten 2022, er werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om ook de budgetten van 2021 of later aan te passen aan nieuwe gekende gegevens.

In de motivering van de wijzigingen kan u de belangrijkste wijzigingen terugvinden.

 
Openbaar onderzoek
  • Bundel meerjarenplanaanpassing gemeente en ocmw 2020-2025 (BP2020_2025-6).
  • Advies van het managementteam van 29 november en 6 december 2021.
Financiële gevolgen

Het geconsolideerd budgettair resultaat van het boekjaar in 2025 bedraagt -3.680.176,00 euro.

Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar in 2025 bedraagt 8.984.176,00 euro.

Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt 5.304.742,00 euro.

De geconsolideerde onbeschikbare gelden bedragen in 2025 1.100,00 euro.

Het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat in 2025 bedraagt 5.303.642,00 euro.

De geconsolideerde autofinancieringsmarge in boekjaar 2025 bedraagt 500.747,00 euro.

De geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge in 2025 bedraagt 741.474,00 euro

 
Beraadslagingen

Burgemeester Francesco Vanderjeugd licht het agendapunt toe.

Raadslid Ludwig Willaert meldt dat zijn fractie deze meerjarenplanaanpassing met een dubbel gevoel leest.
Zijn fractie ondersteunt een aantal nieuwe initiatieven of een aantal initiatieven die eindelijk een aanvang kennen zoals bv. aanleg fietspaden, aanleg parking in de Spanjestraat. Ook de opmaak van het mobiliteitsplan en het plan betreffende het weren van het zwaar verkeer in de dorpskern draagt de goedkeuring van de CD&V-fractie weg. De CD&V-fractie steunt ook ten volle de acties omtrent het burgemeestersconvenant en het lokaal energie- en klimaatplan waarvoor nu de nodige middelen worden voorzien.

Echter heerst echter ook een grote bezorgdheid naar de toekomst omtrent het financieel beleid. Er wordt maar bijkomend gepland, nieuwe mensen aangeworven, gekocht en verkocht mits lagere opbrengsten,... zonder goed te weten waar te landen. Een sterk dalende autofinancieringsmarge is daar het bewijs van.

Het is ook duidelijk dat een aantal Vlaamse subsidies maar lopen tot 2025 en dat er geen enkele garantie is of deze subsidies zullen worden verlengd. Daarnaast zijn er nog tal van onzekere factoren waarvan de financiële gevolgen nog niet duidelijk zijn: bijdragen pensioenproblematiek en responsabiliseringsbijdrage, verloning zorgpersoneel,...

Heel wat onbekende elementen nopen een voorzichtig financieel beleid. Ook het advies van het managementteam ondersteunt deze bezorgdheid. Men vreest dat er onvoldoende middelen zullen zijn in de toekomst om nieuwe uitdagingen aan te gaan of nieuwe leningen op te nemen. De CD&V-fractie vraagt een financiële verantwoordelijkheid om wat in de steigers staat te kunnen uitvoeren en het aanleggen van een buffer om in de toekomst nog verdere investeringen te kunnen doen.

De burgemeester repliceert dat de bezorgdheid van de CD&V-fractie en het managementteam ook zijn (en die van zijn fractie) bezorgdheid is. Het is ook logisch dat de autofinancieringsmarge zakt als je investeert. Maar het belangrijkste is dat de autofinancieringsmarge nog steeds 500.000,00 euro bedraagt op het einde van de legislatuur. Bijkomend zal tegen 2025 de schuld per inwoner sterk gedaald zijn. De nodige voorzichtigheid wordt dus zeker aan de dag gelegd.

De onzekerheid omtrent de Vlaamse subsidies is inderdaad terecht. Heel wat dingen heb je als gemeente ook niet in de hand. De dividenden van Gaselwest zakken sterk maar dit wordt ten dele door Vlaanderen gecompenseerd tot 2026. Ook een toekomstige Vlaamse regering zal de lokale besturen wel genegen zijn en met de nodige middelen over de brug komen. Het is logisch dat je nu nog geen zicht hebt op de middelen vanuit Vlaanderen. Een strategie kan ook zijn dat de financiële stimuli worden gekortwiekt teneinde de lokale besturen in de richting van fusies te duwen. Dit alles blijft koffiedik kijken.

De burgemeester benadrukt nogmaals dat de financiële gezondheid van onze gemeente een gedeelde bezorgdheid is.

Raadslid Ludwig Willaert herhaalt nogmaals zijn oproep voor de nodige financiële voorzichtigheid. Hij roept op om de komende jaren, de acties en projecten af te werken die op de plank liggen en geen andere dossiers op te starten of nieuwe ideeën te lanceren.

De burgemeester licht nog toe dat het inderdaad in de bedoeling ligt, om wat in de steigers staat af te werken, maar dat ook mogelijke opportuniteiten niet uit de weg mogen worden gegaan. De burgemeester haalt ook het dossier aan van het voormalig gemeentehuis Staden. Op heden loopt een studie van een architectenbureau omtrent mogelijke herbestemmingen. Als de beslissing van verkoop niet zou worden weerhouden, zullen de nodige ingrepen nodig zijn om het gebouw om te vormen. Hiermee wenst de burgemeester aan te tonen dat een meerjarenplan een dynamisch document is dat voortdurend moet aangepast worden aan nieuwe inzichten en veranderende omstandigheden.

De burgemeester benadrukt nog dat het MAT duidelijk een gunstig advies gaf voor deze meerjarenplanaanpassing.

Raadslid Bart Coopman deelt de bezorgdheid van de CD&V-fractie. De verhogingen in de diverse acties zijn echter allemaal redelijk ingrijpend vb. het budget voor het fietspad in de Sleihagestraat wordt meer dan verdubbeld, idem voor het dossier ontmoetingscentrum Oostnieuwkerke,... Het raadslid geeft aan dat dit allemaal legitieme verklaringen zijn maar deze verhogingen wegen allemaal zwaar door.  Het raadslid heeft ook een kleinere vraag betreffende actie 177 "aanpassingswerken aan de kerk te Oostnieuwkerke". Is deze actie nog relevant nu de academie eventueel kan blijven in de school Roeselarestraat?

Burgemeester Francesco Vanderjeugd beantwoordt de tussenkomst van het raadslid door feedback te geven omtrent het dossier fietspad Sleihagestraat. Bij het begin van de legislatuur start je met een idee. Het idee was duidelijk de toplaag te vernieuwen. Hierop werd een budgettering opgemaakt. Eénmaal je natuurlijk het dossier opstart komen er diverse opties naar boven. Je kunt alleen het wegdek vernieuwen, maar je kunt ook verder gaan (vb. verbreding tot 2m) en opportuniteiten nemen. Aan de hand van die keuzes, veranderen natuurlijk de budgetten. Eenzelfde verhaal voor het ontmoetingscentrum te Oostnieuwkerke. Op basis van het participatietraject blijkt dat een grotere zaal echt wel een meerwaarde zou zijn (tot 500 personen). De manier van aanleg van de Spanjestraat is ook geëvolueerd. Het oorspronkelijke budget was voorzien voor een eenvoudige verharding (grind). Ondertussen werd gekozen voor een meer duurzame oplossing.
Het meerjarenplan is aldus een levendig document. Zolang er voldoende financiële marge is, is het ook teken van goed bestuur om opportuniteiten te nemen.

Met betrekking tot de kerk te Oostnieuwkerke, meldt de burgemeester dat actie 177 nog altijd relevant is. Het is een duidelijke keuze om de kerk in te zetten voor zachte culturele activiteiten. Het kan ook interessant zijn om ruimtes toe te voegen op een juiste manier die de kerk een meerwaarde kunnen geven (sanitair, kitchenette, ...). De precieze bestemming moet nog worden bepaald. De kerkfabriek is sterk vragende partij en absoluut ook trekker in dit verhaal.

Raadslid Marc Van Ysacker herinnert het bestuur aan het dossier Tiendenberg en de belofte om geen zo'n grote misrekeningen meer te doen. Het raadslid vreest dat het dossier van het ontmoetingscentrum te Oostnieuwkerke dezelfde weg opgaat. Het raadslid merkt ook op dat de projectstuurgroep mobiliteit van vorige week opnieuw werd afgelast. Het raadslid is van mening dat de opmaak van het mobiliteitsplan een belangrijk agendapunt is dat zeker kon besproken worden in de projectstuurgroep.

Burgemeester Vanderjeugd meldt het absoluut niet eens te zijn met de vergelijking tussen het dossier ontmoetingscentrum en het dossier Tiendenberg. Op heden is er slechts 500.000,00 euro extra aan extra zaken. Het andere extra budget is gewoon nodig om de stijgende bouwkosten (à rato van 12%) te financieren.
De vergelijking met Tiendenberg gaat aldus niet op want daar was het effectief een miscalculatie (er was geen stijging van bouwprijzen, er werden geen extra zaken toegevoegd aan het dossier).
De stijging van 12% is nog de meest onzekere factor in dit dossier. Als er nog budget zal moeten worden toegevoegd, zal het met deze kostprijsstijging te maken hebben.
De burgemeester geeft ook nog wat uitleg omtrent het mobiliteitsplan. Het mobilteitsplan wordt verder vorm gegeven samen met de WVI. Het plan is om in 2022 hiermee te landen. Simultaan wordt ook verder gewerkt in de vervoersregio's. Op korte termijn gebeurt zeker een aftoetsing van het ontwerp mobiliteitsplan met de buurgemeenten. Er blijft ook verder overleg met de diensten van het gewest.
Schepen Geert Moerkerke maakt de belofte dat de projectstuurgroep mobiliteit als eerste kennis zal kunnen nemen van het mobiliteitsplan. Hij geeft als timing de maand februari 2022 op. Op heden wordt werk gemaakt van het laatste stukje nl. de bepaling van de landelijke wegen (afschaffen of behouden). 

Raadslid Ludwig Willaert wenst nog een bedenking op één actiepunt te maken. Er wordt een nieuw AED-toestel aangekocht bij loods De Linde. Is het niet zinvoller dit toestel bij het recyclagepark te hangen.
De burgemeester antwoordt dat het effectief het idee is om dit toestel te hangen in de buurt van het recyclagepark.

 
Publieke stemming
Aanwezig: Martine Zoete, Francesco Vanderjeugd, Geert Moerkerke, Gwendolyn Vandermeersch, Joeri Deprez, Chris Verhaeghe, Nathalie Depuydt, Ludwig Willaert, Marc Van Ysacker, Sarah Van Walleghem, Patrick Lesage, Heidi Ballyn, Francky Deprez, Esther Demeulenaere, Karien Louagie, Tom Lemahieu, Miet Vandenbulcke, Bonny Vergauwe, Bart Coopman, Hans Mommerency, Jan Depla, Tine Dochy
Voorstanders: Francesco Vanderjeugd, Martine Zoete, Geert Moerkerke, Gwendolyn Vandermeersch, Joeri Deprez, Chris Verhaeghe, Nathalie Depuydt, Patrick Lesage, Heidi Ballyn, Francky Deprez, Esther Demeulenaere, Karien Louagie, Tom Lemahieu, Bart Coopman, Jan Depla
Onthouders: Ludwig Willaert, Marc Van Ysacker, Sarah Van Walleghem, Miet Vandenbulcke, Bonny Vergauwe, Hans Mommerency
Resultaat: Met 15 stemmen voor, 6 onthoudingen

BESLUIT:

Artikel 1:

De ocmw raad stelt de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (BP2020_2025-6) van het ocmw vast.


Artikel 2:

Het budgettair resultaat van het boekjaar van het ocmw in 2025 bedraagt -2.845.274,00 euro.

Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van het ocmw in 2025 bedraagt -766.090,00 euro.

Het gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt -3.611.364,00 euro.

De onbeschikbare gelden bedragen 1.100,00 euro, dit maakt dat het beschikbaar budgettair resultaat van het ocmw in 2025 -3.612.464,00 euro bedraagt. 

De autofinancieringsmarge van het ocmw in boekjaar 2025 bedraagt -2.832.774,00 euro.


Artikel 3:

De kredieten van het ocmw voor het boekjaar 2021 en 2022 (M3) worden goedgekeurd.

Soort krediet

Totaal bedrag voor 2021

Totaal bedrag voor 2022

Totaal exploitatie-uitgaven 

8.758.702,00 euro

9.467.302,00 euro

Totaal exploitatie-ontvangsten

7.362.526,00 euro

7.347.615,00 euro

Totaal investeringsuitgaven

585.892,00 euro

549.100,00 euro

Totaal investeringsontvangsten

805.369,00 euro

433.369,00 euro

Totaal financieringsuitgaven

396.455,00 euro

411.139,00 euro

Totaal financieringsontvangsten

0,00 euro

0,00 euro


Artikel 4:

Het geconsolideerd budgettair resultaat van het boekjaar in 2025 bedraagt -3.680.176,00 euro.

Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar in 2025 bedraagt 8.984.176,00 euro.

Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt 5.304.742,00 euro.

De geconsolideerde onbeschikbare gelden bedragen in 2025 1.100,00 euro.

Het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat in 2025 bedraagt 5.303.642,00 euro.

De geconsolideerde autofinancieringsmarge in boekjaar 2025 bedraagt 500.747,00 euro.

De geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge in 2025 bedraagt 741.474,00 euro